Vraag 1: de werelden van de beeldende kunst en die van het sieraad liggen nogal uit elkaar, bij jou is dat niet het geval, toeval ? Antwoord: Geen toeval. Zodra de draagfunctie van een sieraad vervalt, is de stap naar beeldende kunst niet ver weg. ‘Everyday Adornment’, 1975, was zo’n moment voor mij. Vraag 2: jij bent in de oorlog geboren in Delft in 1941, je was kleuter toen Nederland werd bevrijd in 1945, later bevrijdde je de tekening, je wilde je ergens van ontdoen ( vijand of traditie ) kun je dat zo stellen ? Antwoord: Als, dan zeker binnen de traditie van de tekenkunst. Jij doelt op ‘Towards the Liberation of Drawings’; met name de reeks bladen, waar op etalagekarton een getekende krijtstreep werd uitgewist. Waarmee zichtbaar werd gemaakt, dat de beeldvoorstelling vooraf niet overeen kwam met het getekende resultaat. Vraag 3: het When Attitudes Become vorm, uit de begin tijd van de concept-kunst is bij jouw zeker van toepassing, geen gebaande paden ? Antwoord