Vragen aan schilder Jasper van der Graaf ( 1975 Dordrecht ) ( deel 1 )






                                                    Jasper van der Graaf wandschildering in de Vishal in Haarlem 2016 


Jasper, je hebt een drukke baan, een gezin en je maakt kunst, je organiseert
tentoonstellingen. Hoe krijg je dat allemaal voor elkaar ?

Het is best wel druk en niet altijd even ideaal, maar gelukkig draait het al
jaren goed door. Vooral omdat ik praktische oplossingen verzin. Kunstwer-
ken maak ik vaak ter plekke als muurschildering, zo kan ik veel inplannen.
Ik maak dan een knip tussen ontwerp ( vaak in de avonden ) en uitvoering 
( inplannen ). Daarnaast maak ik ook veel kleiner werk in de vorm van te-
keningen en schilderijen. Die zijn goed op te slaan en te versturen.

Een kunstwerk ontstaat eerst in je hoofd, gaat dan via de computer en als
je zeker weet dat het ontwerp o.k. is wordt het een schilderij.
Je moet dan alleen het formaat nog vaststellen en de kleur kiezen.
Het formaat  loopt bij jou van klein tot een grote wandschildering.
Je voerde er al tientallen uit, op diverse locaties, in ruimten voor kunst,
in zakelijke of particuliere ruimten, meestal binnen, soms buiten.
Als rode lijn loopt door je werk een soort: van der Graaf signatuur, ben je
je daar bewust van ?

Ik werk graag met een heldere beeldtaal, afbakenend in techniek, vorm en
kleur. Het leidt tot grafische structuren in een beperkt kleurpalet. Het werk 
verbindt zich altijd goed met de omgeving waarin het zich bevindt, vaak omdat 
het werk specifiek voor de ruimte is ontworpen.

Nu de natuur erg in de picture staat, laten veel van je werken zich in die
richting " lezen ", organisch / dynamisch.
Het zijn toch eigenlijk " abstracte " werken. Maakt het je in het algemeen
wat uit hoe mensen naar je werk kijken en er over praten ?

Fundamentele principes als morfologie en de werking van kleur spreken me
erg aan. Wordingsprincipes, zoals je kunt zien binnen de organische en an-
organische natuur. Dat zie je ook sterk terug binnen architectuur, waarbinnen 
het contrast tussen geometrie en organische vorm verdwijnt.
Logisch omdat de rekenkracht van computers complexe structuren in ge-
bouwen mogelijk heeft gemaakt. Maar goed, abstracte schilderijen van
Mondriaan laten voor mij duidelijk een prachtig natuurlijk ritme zien. En
Hans Arp, verbonden aan het Bauhaus, werkte met vloeiende vormen.
Er is meer in het leven van de abstracte kunst dan horizontale en verticalen.

Bij een opdracht voor een wandschildering, is het dan zo dat je het concept / 
ontwerp verkoopt en dat de koper het recht heeft om b.v. bij een verhuizing
van pand, het kunst werk als het ware mee te nemen ?

Dat is nog niet voor gekomen, maar ik zou liever een nieuw ontwerp maken,
toegesneden op de nieuwe ruimte. Dan gaat de motor van het werk echt draaien.

Sinds kort verkeer ik op Instagram, daar zie ik veel abstracte zaken voorbij
komen. Ik vraag me dan steeds af of de makers van sommige werken er geen
weet van hebben dat b.v. Ellsworth Kelly, Donald Judd, Blinky Palermo,
Carmen Herrera, Mary Heilmann hun reeds voor gingen en zij in hun scha-
duw verkeren. Jij hebt het geluk dat jouw manier van werken zeer op zich
zelf staat en zeer herkenbaar is, kun je het daarmee eens zijn ?

Ik denk eigenlijk dat mijn werk niet zo enorm op zichzelf staat. In de 20e
eeuwse ontwikkeling van abstracte kunst is de geometrie een soort alge-
meen beeld geworden. Dit, terwijl vele kunstenaars een meer biomorfe 
abstractie hebben toegepast, hier voel ik me meer mee verwant. Kelly's
tekeningen van planten zijn prachtig en zeggen veel over zijn latere hard-
edge schilderijen. Robert Mangold's niet-primaire kleurgebruik is zeer
opvallend. Ik ben ook een grote liefhebber van het werk van Adam Colton
of Vincent Fecteau. En bij jou heb ik een keer een mooie tentoonstelling
samen met Martijn Schuppers gehad.

Ook kunstenaars worden soms door de dood ingehaald, Armando, J.Kounellis,
E.Kelly, J.Keizer, J.Roeland, D. van Golden, H. Peeters, S. Brouwn, jcj van
der heijden, Panamarenko. Ik denk wel eens wat gaat er allemaal gebeuren
met hun scheppingen. Denk jij er wel een over wat er met jou werken later ge-
beurt ?

Ik hoop dat er een paar goede werkjes overblijven, en dat mensen af en toe
op internet afbeeldingen van muurwerken blijven vinden. Maar mijn werk
is nu al vaak tijdelijk, ik schilder het regelmatig zelf met de witkwast over.

In de fantastische biografie van Hans Janssen over Piet Mondriaan las ik,
dat het vooral in diens begin tijd het een eenzaam avontuur moet zijn geweest.
Een kunstenaar kon zich in die tijd rustiger ontwikkelen, de tijd leek toen ook 
minder snel te gaan en er was minder concurrentie.
Nu, met het internet erbij is alles in een stroomversnelling geraakt.
Kun jij het allemaal makkelijk bijhouden ?

De kansen voor deelname aan tentoonstellingen in het buitenland zijn
enorm toegenomen door digitale contacten, dat vind ik super.
Door de vele vensters op de wereld zie je veel meer wat er elders gebeurt,
en kunnen kunstenaars door elkaars werk geïnspireerd worden. Soms is de
kwaliteit een beetje overweldigend, maar dat is natuurlijk een heerlijke luxe.

Het hele corona-gedoe heeft allerlei negatieve gevolgen voor de cultuur-
sector, hoe erg is nog niet te overzien. Er gaat nogal wat steun in de vorm
van geld naar die sector, de ervaring is dat de beeldende kunst er altijd be-
kaait van af komt. Jij bent altijd selfsupporting geweest, net als J.J.Schoon-
hoven, heb je daar bewust voor gekozen ?

Ik let altijd op dat ik mijn eigen situatie niet presenteer als maatgevend voor
anderen. Er zijn veel nadelen aan mijn situatie. Mijn ideaal van de kunstenaar
is dat van een autonoom wezen. de kunstenaar als onuitroeibaar onkruid, met
een sterke eigenheid. Hoe die Schoonhoven dat deed vind ik wel een perfect
voorbeeld eigenlijk.  Maar ik ben niet tegen ondersteuning, een beschaafde
maatschappij ondersteunt onderwijs, cultuur en wetenschap.
Ik spreek overigens liever over financiering en investering dan over subsi-
diëring. Ik heb aan het begin van mijn carrière talent-beurzen gehad van
het Fonds BKBV en het Mondriaanfonds, dat heeft zeker geholpen.
Verkoop van werk is het allermooist, maar ik verwacht dat ik altijd ( zoals de
meeste kunstenaars ) andere bronnen van inkomsten nodig zal hebben.
Afhankelijk is een rotpositie.

© rob de vries en jasper van der graaf ( tekst en foto )